Niet-ioniserende straling

Niet-ioniserende straling is een verzamelbegrip voor een groot aantal verschillende vormen van elektromagnetische straling. Er wordt onderscheid gemaakt tussen elektromagnetische velden en kunstmatige optische straling.

  • Elektromagnetische velden hebben een frequentie van 0 Hz tot  300 GHz en een golflengte vanaf 1 meter.
    Voorbeelden: statische velden (MRI), extreem lage velden ELF (zoals elektrische apparatuur, hoogspanningslijnen), radiofrequente velden (zoals MRI-coils, GSM, magnetron, radar).
  • Kunstmatige optische straling heeft een frequentie van 300 GHz tot 3000 THz (of 3 PHz) en een golflengte van 100 nm tot 1 mm. Voorbeelden: ultraviolet licht, zichtbaar licht, infrarood-licht.

Niet-ioniserende straling bevat te weinig energie om te kunnen ioniseren. Dat wil zeggen dat de straling geen veranderingen in atomen of moleculen kan veroorzaken.

Frequentie en golflengte

Twee belangrijke kenmerken van straling zijn de frequentie en de golflengte. Die hangen samen, want de frequentie bepaalt de golflengte en andersom. De frequentie wordt uitgedrukt in hertz (Hz). Niet-ioniserende straling omvat een gebied van 0 Hz  tot 3 PHz (PHz = 1015 Hz). De golflengte wordt uitgedrukt in meters en loopt van 100 nanometer tot duizenden kilometers.