Transport

In een ziekenhuis vindt voortdurend transport van gevaarlijke stoffen plaats. Zoals schoonmaakmiddelen, laboratoriumchemicaliën, medicijnen, laboratoriummonsters of narcosegassen. Transport van gevaarlijke stoffen vraagt speciale aandacht. Want ongelukken kunnen leiden tot calamiteiten.

Het interne transport van verschillende stromen gevaarlijke stoffen moeten worden vastgelegd in protocollen specifiek voor de betreffende stroom (bijv. algemeen, oxiderend, gassen, cytostatica, radioactieve stoffen, GGO's, andere biologische agentia, afval, SZA-afval).

Voor het vervoer tussen verschillende locaties (via de openbare weg) zijn de verplichtingen uit het ADR van kracht

Draagrekken/emmers

Voor het transport van flessen met gevaarlijke stoffen is het gebruik van draagrekken/emmers vereist. Deze moeten in voldoende aantallen in het laboratorium beschikbaar zijn. Voor vast CO2 zijn geïsoleerde draagemmers in de handel verkrijgbaar.

Als grote hoeveelheden flessen vervoerd moeten worden, moet dat in de transportverpakking op een daar voor geschikt transportmiddel gebeuren.

Transportliften

Een geventileerde goederenlift en/of een kleine transportlift (niet voor personen) is gewenst voor het verticaal transport van gevaarlijke stoffen. De medewerkers moeten op de hoogte zijn van deze voorziening en er moeten duidelijke afspraken zijn over het gebruik van de goederenliften. Indien regelmatig transport van vloeibare stikstof plaatsvindt is het aan te raden de liften te voorzien van een goede afzuiging via de vloer.

Randvoorwaarden:

  • De ventilatie in de transportlift dient te zijn afgestemd op het type gevaarlijke stoffen dat vervoerd worden;
  • Duidelijk gemaakt moet worden dat personenvervoer niet toegestaan is.
  • De goederenlift dient in goede staat te verkeren.

Dewarvaten

Vervoer van cryogenen, zoals vloeibaar stikstof, in open kleine dewarvaatjes moet voorkomen worden. Gebruik altijd transportcontainers. Voor transport naar de werkplek behoren speciale draagbare dewarvaten met deksel en ontluchting gebruikt te worden. Als meer open systemen per lift worden vervoerd, is het aan te bevelen dat er zich geen personen in de lift bevinden. De transportcontainer moet dan wel stabiel zijn, zodat hij niet kan omvallen bij het starten en stoppen van de lift.

Randvoorwaarden:

  • De transportcontainer moet stabiel zijn;
  • De lift dient in goede staat te verkeren.

Veilige transportkar gevaarlijke stoffen

De transportkar is een middel om veilig transport van gevaarlijke stoffen te garanderen. De transportkar moet stabiel zijn en voorzien van een gesloten laadvlak met opstaande randen. Verpakkingen moeten daar op een eenvoudige manier op vastgezet kunnen worden. Zware materialen moeten op een lage transportkar vervoerd worden; tillen van voorwerpen zwaarder dan 25 kg moet voorkomen worden. Wielen van karren moeten vergrendeld kunnen worden om ongewenste bewegingen te voorkomen. Deze wielen moeten van een verend materiaal zijn (b.v. rubber luchtbanden) en niet te klein om schokken en trillen bij transport te voorkomen.

Randvoorwaarden:

  • Zorg ervoor dat gevaarlijke stoffen op veilige wijze getransporteerd kunnen worden.
  • Er dienen afspraken te zijn over het aanbieden van transport en accepteren van transport.
  • De medewerkers die het transport verzorgen dienen aantoonbaar instructie te hebben gehad (bij voorkeur jaarlijks).
  • Transportwegen (vloeren ed.) moeten veilig zijn zonder obstakels (bijv. drempels) zijn.

Gasfleswagen

De gasfleswagen is een middel om veilig transport van gasflessen te uit te voeren. Draag er zorg voor dat de juiste gasfleswagen gebruikt wordt (afmetingen afgestemd op de grootte van de te vervoeren gasflessen).

Randvoorwaarden:

  • De afmeting van de gasfleswagen moet in verhouding staan tot de afmeting van de gasfles; vervoer van flessen met te kleine wagentjes en - wieltjes vergroot de kans op omvallen.
  • Verwijder altijd het reduceerventiel bij transport.
  • Tijdens het transport moeten de gasflessen geborgd tegen omvallen zijn.
  • Transport van gasflessen groter dan 5 liter naar de werkplek moet zo mogelijk worden beperkt (in Arbo-Informatieblad 18 (‘Laboratoria’, paragraaf 7.4) staat dat in laboratoria bij voorkeur kleine gasflessen (5 liter of kleiner) aanwezig zijn).